Monday, September 3, 2007


Bank van de fluitist Sygurd Cochius









Cochius Promotions International is the official webpage for dutch legendary street and flute-musician and guru personality SYGURD COCHIUS who has entertained thousands of people all over europe.
-
The email for Cochius Promotions International iscochiuspromotions@gmail.com

-


Photos above drawing of Sygurd *Sigurd* Cochius and Sygurd Cochius with El Conde Sydney
during their polder flamenco and jordaan flamenco days.
-


SIGURD COCHIUS en vriend akteur JULIEN SCHOENAERTS Z
zondagsblad - /02/1970 - Rikkie Van Cauwelaert.
Interview met Julien Schoenaerts te Waterschei
"Ik weiger een rinocerus te worden"
Als ge weigert een rinoceros te worden, zeggen ze dat
ge 'n gedopeerde zij! Ja, ik dopeer mij! Aan het leven.
In de eerste avondschemering zitten rond een herbergtafel enkele mannen van het stakingscomité. Ze kijken en luisteren gespannen naar een transistor die midden op de tafel staat. De nieuwslezer herhaalt voor de zoveelste maal het regeringscommuniqué : « ...het programmatieakkoord kan niet in betwisting worden gesteld ». « Zoudt g'er non-de-dju geen bom in smijten ? !» knort één van de mannen tussen zijn tanden. Het transistoortje wordt afgesteld. De mannen gaan machteloos hun plaats terug innemen verder in de gelagzaal, naast de journalisten, t.v.-reporters en andere persfotografen, die in « Het Lindenhof » komen wachten en zich doodvervelen, Plots gaat de deur open. «... de Julien ! »
Het is Julien Schoenaerts, de bekende toneelspeler, Op de voet gevolgd door zijn vriend, de filosoof, straatmuzikant en dwarsfluitspeler Cochius Sigurd. Julien Schoenaerts zelf houdt zijn klarinet in de hand. Ze komen beiden van de mijn van Beringen. Orpheus is zowaar in de Kempen neergedaald. Of zijn het Don Quischotte en Sancho Panza ?... Julien zal geen van beiden verloochenen.
«Jongens, roept Julien van in de deur, weest verheugd want de overwinning is nabij. Jullie hadden de gezichten moeten zien te Beringen, van de mijnwerkers en van de gendarmen, toen we onze klarinet en piccolo bovenhaalden. Het was of alle woede ineens uit hun ziel verdwenen was. De regering gaat op de fles. jongens, want die wil incidenten en ze krijgen ze niet van ons ! »...
Julien gaat tot bij de mannen van het comité zijn belevenissen vertellen. Daarna strijkt hij met zijn oude vriend naast ons neer op de bank. Ze zitten samen te filosoferen, en onderbreken af en toe het verheven gesprek, samen een speels deuntje fijferend. Die enige kans om Orpheus in hoogsteigen persoon te interviewen mag ik niet missen.
Julien Schoenaerts met zijn onafscheidelijke vriend, de dwarsfluitspeler.
« Julien mag ik u wat vragen ?... Ik ben reporter, ziet u... ».
«Ja, op één voorwaarde, dat wij niet. gaan "kullen" over dat incident in de K.N.S. te Antwerpen. Ik wil desnoods over mijn eigen stommiteiten praten, niet over die van anderen ».
« Goed, dan zwijgen we daar over. Maar, zeg eens Juiien, wat, komt u hier doen ? Hoe zijt u hier tussen de stakers beland ? » Waar moet het heen ?
«Dat zit 'm zo. Vorige maandag, na de bewuste feiten in de KN.S., sloeg ik de kranten open. Ik was verbolgen. Ik dacht, nu schrijf ik een brief met recht van antwoord aan de televisie. Ik grijp in afwachting de telefoon en vraag op de B.R.T. naar Bert Janssen. Ik kreeg niemand te pakken. Dan, zo dacht ik, naar MIJN minister bellen. Frans Van Mechelen, minister van Cultuur, dat is toch mijn minister, of niet ? (Wij knikken instemmend). De minister was er niet. De kabinetschef ook niet. De adjunct-kabi netschef evenmin.
Ik zeg : nu bel ik de premier zelf op. Ik probeer. Hetzelfde scenario. De premier was er niet. De kabinetschef was er niet, de adjunct-kabinefschef was er niet, enz... Nu stel ik u de vraag : waar moet dat heen met dit land, waar niemand, enfin ik bedoel geen enkel minister, thuis is terwijl in Limburg geschiedenis wordt ge maakt ? (Wij knikken bezorgd).Tenslotte kreeg ik een inval : ik belde de gouverneur van Limburg op. Ik ben Limburger moet u weten. De h. Roppe was thuis. Ik zei aan de gouverneur dat het zo niet verder kon gaan en dat ik naar Limburg kwam. De gouverneur schrok ervan. «Julien, doe dat alstublieft niet ! » smeekte hij. Het was echter beslist.
Ik ben gekomen. Ziedaar... »
In de mijnstreek klampte pacifist Schoenaerts zowel de gendarmes als de stakers aan.
« Hoe wordt u door de mijnwerkers onthaald ? Aanvaarden ze u ».
« En of ! Ik breng hun de pacifistische boodschap. Ik zeg hun dat de rijkswachter, die daar voor hen staat, ook een mens is, in vele gevallen een goed mens zelfs. Dat die rijkswachter ook de zoon van een moeder is, of een echtgenoot, of een huisvader, die net als zij blij kan zijn om de lach van een kind en mistroostig om een grijze mistige morgen. En dat die rijkswachter, verdomme, ook nog slecht betaald wordt voor het vuile werk dat hij moet doen. Ik zeg tot de mijnwerkers dat geen enkel van die Brusselse heren ook maar één druppel van hun bloed waard is en dat zelfs de 15 % niet waard zijn dat men er moeders of vrouwen of kinderen voor in de rotzooi stort ». «En hoe reageren uw toehoorders daarop ? »
«Die kerels, de rijkswachters zowel als de mijnwerkers, denken na en zeggen «die gek heeft gelijk ook » en ze roepen : « Julien, speel ons nog een liedje », en wij spelen en ze dansen om zich te verwarmen. Kijk, het wordt dan weer een spel, een plezierig spel in plaats van een treurspel. Jongen, onthoud dit van mij : alles is een spel, soms prettig, dan weer droevig. Nu weet ik wel dat die jongeren hier om « actie » vragen. Ik begrijp die «sturm und drang» die in hen kookt. Maar dat ze dit toch van mij aannemen : ik ken de geschiedenis van het leven al zoveel langer en zoveel beter dan zij. » En plots wordt Julien zelf dramatisch : « En als er dan toch een slachtoffer moet vallen, dan wil ik dat zijn. Ik, ik... ».
Vredesapostelen
Het is donderdag, 5 februari, te vijf uur in de morgen. Het is nog pikdonker. We staan voor de ingang van de André-Dumontmijn te Waterschei. Julien Schoenaerts, Sigurd de fluitspeler en Claude, een Zwitserse vriend van Julien die op de gitaar en de mondharmonika thuis is, waren er al een kwartier vóór ons, samen met een stuk of vijfentwintig mijnwerkers. Het stakingspiket.
Kwart na vijf komt de eerste bus aan. Een man van het piket stapt naar voor en wenkt de busconducteur te stoppen. De staker stapt in de bus. kijkt even rond of er niemand in zit. De bus is leeg.
Een paar rijkswachters nader de stakers. Een tiental rijkswachters volgen op enkele meter afstand. Zij gebieden de mannen van het piket nogal ruw op de stoep te blijven en geen bussen meer tegen te houden. De mannen van het stakingspiket worden kwaad en dreigen naar andere middelen te grijpen... De gendarmen stellen zich even dreigend op vóór de stakers. Het wordt beslist gevaarlijk. Maar, juist op dat moment beginnen Julien en Sigurd op hun klarinet en hun piccolo te spelen '....
De strakke gezichten ontspannen zich... De stakers glimlachen en luisteren... De gendarmen staren verbluft, gaan wat verder onder elkaar staanfezelen.

Geen sprietje cultuur
Het wordt intussen zes uur. Er komen geen bussen meer aan. De mannen van het piket keren naar huis terug. Even later zitten we met Julien en Sigurd rond de warme koffie en de ontbijttafel in « Het Lindenhof » te Zwartberg. Wij wachten. Julien Schoenaerts is iemand die je niet mag forceren. Na een paar teugen warme koffie, komt hij vanzelf los over het toneel in Vlaanderen.
«Kan ik er soms aan doen dat er in heel Vlaanderen geen sprietje cultuur meer te bekennen valt ?... dat alle schouwburgdire teurs... individuen, zijn (het hoedanigheidswoord dat Julien gebruikte kan ik hier welvoeglijkheidshalve niet herhalen) ? Dat zij nog nooit een snuifje poëzie in hun theater geduld hebben omdat ze enkel en alleen aan geld denken en daarom zelfs hun artiesten slecht betalen ? Is dat mijn schuld ?... » Over het ministerie van Cultuur is Julien niet te spreken. «Een bende incompetente kerels, zegt hij. Weet u tot wanneer ik op mijn toelage voor mijn «RING-THEATER» moet wachten ? Tot 1972, mijnheer, terwijl ik al start in september e.k. ! Foei... ».
Het is Julien aan te zien dat hij die sombere gedachten zo snel mogelijk uit zijn hoofd wil zetten.
« Julien, u hadt het daar straks over uw «Ringtheater». Wordt dat iets nieuws, iets persoonlijks ? »
«Man toch, Iets totaal nieuw... Shocking-theater wordt het, Improvisatie ! >
«Iets als "The Living Theater"?...» «Ach neen. Al die rommel zoals «Hair» en «The Living Theater » !... Ze denken dat ze met een marihuana-stick en een paar geile blote bipsen het kleine burgermannetje kunnen in de luren leggen. En ze slagen er dan verdomme ook nog in ! Neen, bij ons krijgt u echte improvisatie te zien, gebaseerd op de grote klassieke thema's van Shakespeare, Molière», Pinter, Petrus Van Diest (dichter van Elckerlick) en al de andere groten. Men kan zomaar niet al de oude normen over boord gooien. Er is niets nieuws onder de zon, jonge vriend ». De telefoon rinkelt... « Julien ! » roept de baas. Na een tijdje komt Julien terug en wrijft zich de handen. «Jongens, het zit goed. We hebben dinsdag een voorstelling in Bokrijk. Er zijn 250 plaatsen. Tegen 250 fr. elk dat maakt meer dan 60.000 ff. voor onze mijnwerkers ! »
Geen rinoceros worden
Nu waag ik de grote sprong...
Ik ben een kind van de streek. Ik voelde dat ik deze historische
ogenblikken niet zonder mij kon laten voorbijgaan !
«Julien, sommige journalisten fluisteren dat u ofwel gedrogeerd ofwel overspannen zijt. Of dat het u om de publiciteit te doen is... »
«Ik weet dat wel, zegt Julien droevig, Het is zoals die journalist van de zgn. « meest culturele krant van Vlaanderen» die schreef: «Voor mij zit een duidelijk overspannen Julien Schoenaerts»... Ik zei hem: «Hoe kunt gij zoiets schrijven ? Hebt u een medisch rapport over mij soms ? Ge zijt corrupt met de corrupten, beste man». Dat heb ik hem gezegd... Ik weet overigens dat het aan alle T.V.-journalisten verboden is ook maar één woord over mij te zeggen. Het gaat nu eenmaal zo in dit land. Het is een land van rinocerossen en van zodra men zelf weigert van rinoceros te worden, scheldt men u uit voor labiele of gedopeerde. Ik dopeer mij natuurlijk, zoals mijn vader die er zesentachtig jaar mee geworden is. In onze familie dopeert men zich, niet aan hasjiesj of opium, maar aan het LEVEN ! Wat die publiciteit betreft, moogt u weten dat ik om naar de mijnstreek te komen, om bij de arbeiders te zijn, een contract van vijftigduizend frank heb laten vallen en tal van andere mogelijkheden. Ik ben naar mijn geboortestreek teruggekomen omdat ik voelde dat zich hier een brok geschiedenis afspeelt, geschiedenis die veel belangrijker is dan gelijk welke toneelvoorstelling ook ! Ik dacht: iemand moet een tweede Zwartberg voorkomen. Daar is het mij om te doen. Dat klinkt misschien zoals de passie uit het Evangelie, maar het is, ook zo : dit is de passie van gans het Limburgse volk»...
Iets na het middaguur hebben wij Julien Schoenaerts en Sigurd verlaten. Is Julien ietwat getikt ? Zijn we allemaal niet een beetje getikt ? Zeker is dat die man barst van talent, van fantasie en van menselijke goedheid. Wij hebben met weemoed van hem en zijn vriend afscheid genomen. Tot overmaat van ramp, viel er, toen we «Het Lindenhof» verlieten, een vuile druilerige regen over de Limburgse mijnen. Maar, de mijnwerkers moeten niet wanhopen, Orpheus en zijn vriend bleven bij hen.
Rikkie Van Cauwelaert.
-


CLASSIC LP and WEB promo for
SIGURD's OLD DISC.
Sigurd Cochius "Sigurd Cochius"
型番OM080610183
販売価格
10,800円(税込)
購入数


この商品について問い合わせる
この商品を友達に教える
買い物を続ける
40% off!

recommended!

Sigurd Cochius
Sigurd Cochius
Klaverland (Holland) 1982
VR23002 (LP)
sleeve : EX-
media : VG/VG (全体的にチリノイズあり)

中東~インド的なフルートのメロディが怪しげなエスニック・ジャズ・ファンクのA-1、ファンキーなリズム&ホーンとアコギのカッティング上でアウトオブキーなフルートが揺らめくA-3、カルト極まりないオランダ産スピリチュアル・ジャズ・ファンク。

A1 : Indianenmars A3 : Intro/Minister

organic/ethnic/spritual/rare groove/jazz funk
-

Other info
--------------
http://nl.wikipedia.org/wiki/Sigurd_Cochius
-
-

First up is Pierski the Funky Worm, die laat zien wat er in zijn platentas zit.

Sigurd Cochius - Indianenmars
Album: Cochius (1982)

Sigurd Cochius: zo avontuurlijk als zijn naam klinkt, zo avontuurlijk waren zijn leven en zijn muziek. Een 'paradijsvogel' pur sang. Geboren als rijkeluiszoontje - zijn familie stond aan de wieg van de Leerdamse glasfabriek 'Royal' - kreeg hij een zeer liberale opvoeding. Hij was een niet onverdienstelijke tennisser, die meedeinde op de golf van de Provo-beweging in de jaren zestig. Hij stelde geregeld zijn woonkamer ter beschikking om daar 'meetings' te houden met diverse progressievelingen uit die tijd. Tot diep in de jaren negentig was de straatmuzikant te vinden op Hoog Catharijne en op diverse pleinen in Amsterdam, waar hij zijn fluit bespeelde en 'Cochichten' voordroeg. "Cochichten'(een combinatie van zijn achternaam en het woord 'gedichten') waren een soort abstracte woordenstromen. Zijn fluit werd geregeld afgepakt door de politie omdat hij muziek speelde op plekken waar dat niet mocht. Steevast kwam hij de volgende dag met een nieuwe fluit terug.
Een bijzondere plaat, niet zo zeer omdat er een echte break op staat, maar vooral om de track 'Indianenmars' die gewoon te funky voor woorden is. De plaat is vrij moeilijk te vinden aangezien hij slechts in beperkte oplage is uitgebracht. De krattengravers van the Boombap spraken zelfs nog even met zijn zus, die bevestigde dat Sigurd'altijd al een buitenbeentje in de familie was.' Dat moge duidelijk zijn.

Leuk weetje: Madlib is onlangs gesignaleerd met een exemplaar van Cochius' LP.
-

conques
actueel

Actueel

Hier twee verhalen over 'muziek spelen op straat' uit mijn bundel: Als ik iemand ben.
herdenkingsplaatje

3 juni 2005 ben ik door de politie van het terras van de Vismarkt gehaald. Terwijl ik geld op aan het halen was werd ik plotseling, door een agent voortgeduwd. Een tweede politieman liep achter me mee. Toen we op de Choorstraat aankwamen, maakten ze me duidelijk dat geld ophalen niet mocht. ‘Dat is bedelen. Dat mag hier niet in Utrecht. Of ik dat wist?’ ‘Ja,’ zei ik vaag, ‘daar heb ik wel eens van gehoord, maar ja je hoort zoveel.’ Of ik uit Utrecht kwam.
‘Ja ik kom uit Utrecht.’
‘Ik zou het maar niet meer doen,’ zei de tweede agent, ‘de bekeuring, die u dan krijgt is vele malen groter dan het geld dat u hier ophaalt. We controleren vooral in de zomer stevig. U mag wel hier in de straat gaan spelen en een bak neerzetten, als u elk kwartier maar van plaats verwisselt.’

Een paar jaar eerder op het Domplein was ik ook al eens aangehouden. Toen door twee politieagenten in burger, die op het terras zaten en die vroegen of ik naar ze toe wilde komen. Ik dacht dat het ging om een optreden, maar nee hoor, ze lieten hun politiekaartje zien... Ze telden mijn opgehaalde geld en noteerden mijn naam. Ik mocht niet met een bakje rondgaan, omdat dat viel onder de wet van de colportage. Ik zou me zo te veel aan mensen opdringen.
Het zijn weer van die prikacties...
Pfff, bedelen mag niet, een bakje neerzetten wel... Alsof ik bedel. Een opgejaagd gevoel krijg je ervan. Prikacties...
Daar moet je schijt aan hebben, zei een medestraatmuzikant mij. Maar ik begin het spelletje dat ik zo toch vaker met de politie, waar dan ook, moet spelen soms wel een beetje zat te worden.

Met de dood van Cochius, Utrechts oudste straatmuzikant, lijkt met terugwerkende kracht een tijdperk afgesloten. Sigurd Cochius was nog een pionier in zijn vak en vooral aan hem is het te danken dat er in Utrecht een soepel straatartiestenbeleid op gang is gekomen. Ondanks het feit dat de politie hem een aantal malen een dwarsfluit heeft afgenomen is hij blijven volhouden. Cochius overleed in maart 2001:
opgebaard
in een grote foto
op de voorpagina
van het Utrechts Nieuwsblad
zaterdag 10 maart 2001
Sygurd Cochius
84 jaar
straatmuzikant.
vaste plek
een bankje
bij de bibliotheek
aan de Oudegracht
dwarsfluitist
zoon van een Leerdamse glasindustrieel
ooit Nederlands tenniskampioen
uitgespeeld.
Cochius kan misschien in het Guiness book of records terecht komen als de man die zijn herdenkingsplaatje met terugwerkende kracht wel zo’n 80 keer overleefde.(Hij heeft trouwens een record in het boek, in een documentaire genaamd Grandmother Martha van Cochius zijn oude vriend Sydney) Tijdens de culturele zondag van 15 juni 2003, toen ik samen met enkele andere dichters gedichten opstraat schreef, maakte ik nog melding van het koperen herdenkingsplaatje dat als klein eerbewijs aan Cochius bevestigd was op de leuning van het bankje op de Oudegracht. Wie schetst mijn verbazing toen ik van Ralf, een medestraatmuzikant die het gedicht las, moest horen dat het plaatje en bankje inmiddels al weer verdwenen waren... De straat verkleedt zich sneller dan een dichter kan bijhouden.
't laatste restje Cochius
verdwenen uit de stad
het herdenkingsplaatje
het bankje waar hij zat
Het is inmiddels 3 mei 2010. De gemeente is inmiddels tot het besluit moeten komen om een straatmuzikantenverbod in te gaan stellen. Tien muzikanten per kwartaal kunnen daarvan ontheffing krijgen. Het is jammer dat een aanvankelijk tolerant straatmuzikantenbeleid hier uiteindelijk toe moet leiden. Maar ja het zat eraan te komen. Sinds een aantal jaren bevonden zich ook zo nu en dan ‘terrasbewakers’ in burger op de terassen. Die als je uitgespeeld was en geld ging ophalen je gingen vragen naar een zogenaamde evenementenvergunning. Ik zei dan nog wel dat ik geen evenement was, maar het kwam er dan toch op neer dat zij de politie zouden bellen als ik niet weg ging.
Gelukkig staat het bankje van Cochius met herdenkingsplaatje om de een of andere reden wel weer op zijn plaats op de oude gracht. Het doet mij even stilstaan bij die goede oude tijd.
-
t muzikant sigurd cochius

Wolfsen legt Utrechtse straatmuziek aan banden


Sigurd Cochius. Foto van internet.
Volgens burgemeester Wolfsen wordt Utrecht overspoeld met straatmuzikanten uit Roemenië. Daarom legde hij een speelverbod op in de Utrechtse APV. Nog maar 10 muzikanten per kwartaal komen in aanmerking voor een ontheffing.

Volgens de burgemeester handelt hij niet in strijd met de Grondwet. Straatmuziek valt onder de vrijheid van meningsuiting. Door ontheffingen mogelijk te maken wordt dit recht wel aan banden gelegd, maar niet ingeperkt of onmogelijk gemaakt zegt hij.

Utrecht had in het verleden met de in 2001 overleden dwarsfluitist Sigurd Cochius (foto) en met zijn mandoline een aantal markante straatspelers.

-
Andere activiteiten van Sygurd Cochius. Los van een groot aantal concerten, optredens en andere muzikale optredens door europa participeerde Cochius in een groot aantal documentaires. In 1983 begon Cochius met acteren en speelde en participeerde in een aantal internationale co-produkties dankzij zijn vriend en producent Lord Sydney. Cochius deed mee aan speelfilms, videos en documentaires waar onder "Grandmother Martha" een van de langste documentaires in de geschiedenis van de wereld (Guinness World of Records) waar hij naast Martha Stelloo het tweede centrale figuur is in deze documentaire.
-
Martha Stelloo (1908-1996) era una actriz/un actor que nació adentro Numansdorp, Los Países Bajos. Ella era la hija de Apolonia Van Der Valk y J. Stelloo. Ella vivió adentro Rotterdam durante su juventud con su familia y ocho hermanos y hermanas.
Stelloo comenzó a actuar en la edad de catorce y ensambló varios grupos del teatro. En la edad de 21, ella hizo cantante y actor y ha entretenido a millares de gente antes y después Segunda Guerra Mundial. En 1946, ella volvió a actuar y se realizó con su stagegroup de largo plazo T.O.P. ejecución de papeles principales, muchos de ellos de Aad Bauber. Ella entrenó para permanecer en buenas condiciones temporarias con su colega, Rien Van Nunen.
Martha Stello tenía una gran memoria para los papeles y recordar sus líneas largas. Ella también asumió el control muchos papeles del plomo cuando otras actrices hicieron enfermas, porque Martha Stello podía imprimir cualquier panorama en su cerebro después de la lectura él solamente una vez.
En 1948 ella introdujo a su hija Adriana al teatro que se realizó con ella. Casaron a Martha Stelloo con el Henrio Klipping y más adelante con Simon Schaarsberg. Ella continuó actuando y entreteniendo hasta 1959. Ahora casado con Lubertus W.Dokter, el diseñador de manera y fotógrafo, ella ha dado encima de actuar. De ahora en adelante Martha Stelloo da solamente los funcionamientos privados para la gente que ella tuvo gusto y que rechazaría de muchas ofertas. En 1968 su nieto, Lord Sydney, convencido le a actuar en sus primeras películas y tan hasta 1978. Martha Stelloo y Sydney hicieron cerca de 13 películas, entre ellas Lex el Wonderdog, que ganó el listado de Sydney en Libro de Guinness de los expedientes de mundo y sus publicaciones ancilares como el director, el escritor y el productor más jóvenes de la película del mundo.
Stelloo apareció en varios documentaries e hizo bastantes videos de la comedia con Holanda legendaria y más famosa músico de la calle, Sygurd Cochius. En 1996, ella hizo su funcionamiento “normal” pasado jugándose en un documentary, Abuela Martha, dirigido por Sydney sobre su vida y sobre lo que ella piensa de vida. La cámara fotográfica sigue el día y la noche de Martha Stello y escucha sus observaciones positivas y negativas, los días pasados de su vida. Abuela Martha lleva a cabo actualmente el expediente como el 3ro documentary más largo de la película en un tiempo en marcha de 24 horas y de 12 minutos
-

Thank you for visiting Cochius Promotions International.